Misleiding minderjaring 248a via webcam
Regelmatig zien dat verdachten ook zelf webcamsessies hebben met minderjarigen en daarvan opnamen maken met de computer. Dit valt sowieso onder het vervaardigen van kinderporno, maar kan ook worden aangemerkt als ontucht met een minderjarige (art. 247 Sr.) of misleiding (art. 248a Sr.). Dit zien we in de jurisprudentie terug.
Misleiding minderjarige door zich voor te doen als 14-jarige
Rechtbank Rotterdam, 17 oktober 2018, ECLI:NL:RBROT:2018:8802
Op grond van de zich in het dossier bevindende informatie kan niet worden vastgesteld dat de aangetroffen afbeeldingen en video’s waarop benadeelden 10 en 22 te zien zijn door de verdachte zijn gemaakt. Dit betekent dat niet kan worden bewezen dat hij met deze twee benadeelden ontuchtige handelingen heeft verricht en/of hun tot het plegen daarvan heeft bewogen.Dit ligt anders met betrekking tot benadeelde 12. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de verdachte van haar wel kinderpornografische opnamen heeft gemaakt. Daartoe is hij, aldus zijn eigen verklaringen, als volgt te werk gegaan. Tussen hem en benadeelde 12 is meermalen webcamcontact geweest. Daarbij heeft hij zich steeds voorgedaan als de 14-jarige jongen [valse naam 1 verdachte] . Tijdens deze webcamcontacten had de verdachte steeds een video van [valse naam 1 verdachte] , waarop te zien is dat deze zichzelf bevredigt, op een ‘fake webcam’ klaar staan, zodat hij deze in voorkomend geval aan benadeelde 12 kon tonen. Tijdens één van de webcamcontacten heeft benadeelde 12 de in de tenlastelegging beschreven seksuele handelingen met zichzelf verricht. Hiervan heeft de verdachte zonder haar medeweten een opname gemaakt. Daarna heeft hij voormelde video van [valse naam 1 verdachte] getoond. Tijdens een volgend webcamcontact heeft benadeelde 12 opnieuw seksuele handelingen met zichzelf verricht. Deze heeft de verdachte opnieuw opgenomen.
Voor zover dit handelen aan de verdachte wordt verweten als het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarige als bedoeld in artikel 247 van het Wetboek van Strafrecht moet hij worden vrijgesproken. Hoewel ook van strafbare handelingen in de zin van genoemde bepaling sprake kan zijn zonder lichamelijke aanraking moet wel vastgesteld kunnen worden dat een voldoende relevante interactie tussen de verdachte en benadeelde 12 heeft plaatsgevonden. Dit laatste is echter niet mogelijk omdat de chatgesprekken zich niet in het dossier bevinden en de verdachte heeft verklaard dat niet hij het initiatief heeft genomen.
Het handelen moet echter wel worden aangemerkt als het door misleiding bewegen van een minderjarige tot het plegen van ontuchtige handelingen als bedoeld in artikel 248a van het Wetboek van Strafrecht, zoals als tweede feit onder 2 is tenlastegelegd. De verdachte heeft benadeelde 12 misleid door zich voor te doen als [valse naam 1 verdachte] van 14. Daardoor verkeerde zij in de onjuiste veronderstelling dat zij contact had met een leeftijdgenoot. Het kan niet anders dan dat deze veronderstelling een belangrijk element is geweest in haar afweging en beslissing om zich voor de webcam bloot te geven. Dat het initiatief tot het verrichten van de seksuele handelingen zou zijn uitgegaan van benadeelde 12 zelf, zoals de verdediging heeft aangevoerd, doet hier niet aan af.