Betrouwbaarheid verklaringen in zedenzaken
In zedenzaken gaat het in de meeste gevallen om de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van de aangifte en overige verklaringen in het dossier.Wanneer een verklaring als niet of onvoldoende betrouwbaar wordt beschouwd, mag deze verklaring niet voor het bewijs worden gebezigd. In de meeste gevallen, zeker waar het gaat om de aangifte, heeft dit tot gevolg dat de verdachte zal moeten worden vrijgesproken.
Bewijs en overtuiging
De rechter kan alleen tot een bewezenverklaring van een feit komen wanneer er voldoende wettig bewijs aanwezig, en de rechter ook de overtuiging heeft dat het feit door de verdachte is gepleegd; er moet sprake zijn van wettig en overtuigend bewijs. Van belang is wel de eis van het wettige bewijs duidelijk te onderscheiden van de overtuiging die de rechter moet hebben. Zo kan een verklaring van een aangeefster zodanig onbetrouwbaar en ongeloofwaardig zijn, dat de rechter besluit dat deze verklaring niet voor het bewijs gebruikt mag worden. De rechter zal de verdachte dan vrijspreken, omdat er onvoldoende wettig bewijs tegen de verdachte aanwezig is. Het kan echter ook zijn dat de verklaringen niet zozeer onbetrouwbaar en ongeloofwaardig zijn, maar dat de rechter twijfelt of de verdachte het gedaan heeft. In dat geval kan er op zich wel voldoende wettig bewijs aanwezig zijn, maar kan de overtuiging ontbreken. Ook in dat geval zal de rechter vrijspreken, maar dan vanwege het ontbreken van de overtuiging.
Voor het bewijs gelden de regels van de bewijsminima. Volgens het tweede lid van art. 342 Sv - dat de tenlastelegging in haar geheel betreft en niet een onderdeel daarvan - kan het bewijs dat de verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan, door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Deze bepaling strekt ter waarborging van de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen ingeval de door één getuige gereleveerde feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal.
> Meer informatie bewijsminimumregels in zedenzaken