Laag IQ en borderline persoonlijkheidsstoornis onvoldoende voor wilsonbekwaam
Geplaatst op: 23 januari 2016Voor een veroordeling op grond van artikel 243 en 247 Sr is, gelet op de tekst van de bepaling en de wetsgeschiedenis, vereist dat vast komt te staan dat het slachtoffer aan een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens leed en dat zij daardoor niet of onvolkomen in staat was haar wil ten aanzien van de gepleegde seksuele handelingen te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden. Hiervoor is vereist dat degene tot wie de seksuele handeling is gericht, een psychische stoornis heeft die te kwalificeren valt als een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestesvermogens. Voorts is een oorzakelijk verband vereist tussen die stoornis en het onvermogen van deze persoon om haar wil te bepalen, kenbaar te maken of weerstand te bieden omtrent de seksuele handeling. De hier vereiste psychische stoornis moet wel van zodanige aard en ernst zijn, dat zij de wilsbepaling, de wilsuiting en het weerstandvermogen van het slachtoffer ten aanzien van de seksuele handeling in zeer ernstige mate frustreert. Degene die, ondanks de gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis wel in staat is te bepalen of hij of zij de seksuele handelingen wenst, behoeft dan ook (de rechtbank voegt toe: in strafrechtelijke zin) geen bescherming. Hiermee wordt voorkomen dat psychisch gehandicapten geheel seksueel onaantastbaar worden, zodat in het artikel een evenwichtige afweging is gemaakt tussen het vrijheidsbeginsel en het beschermingsbeginsel van deze personen.
Lees meer >
Laag IQ is onvoldoende voor gebrekkige ontwikkeling 243 Sr
Geplaatst op: 23 januari 2016Een laag IQ van de aangeefster is onvoldoende om een verdachte te kunnen veroordelen voor het plegen van handelingen, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van iemand met een gebrekkige ontwikkeling, die daardoor niet of onvoldoende in staat is om haar wil te bepalen, ex artikel 243 Sr. Een goed voorbeeld hiervan zien we in de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, 11 december 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:9236. Hoewel het IQ van de aangeefster niet precies was vastgesteld bleek uit eerdere onderzoek wel dat ze functioneerde op licht zwakzinnigenniveau. Toch oordeelt de rechtbank dat deze enkele vaststelling onvoldoende is om tot een bewezenverklaring te komen. Aangeefster nam zelf initiatieven in de chatgesprekken en toonde zich zeker niet passief. Bovendien was verdachte niet de eerste met wie zij seks had. Vrijspraak volgt omdat aangeefster ondanks haar lage IQ goed in staat zou zijn om haar wil te bepalen.
Lees meer >
Van ontucht kan ook sprake zijn zonder feitelijke aanraking
Geplaatst op: 20 januari 2014In deze op zich bijzondere zaak heeft de Hoge Raad geoordeeld dat er sprake was van ontucht c.q. feitelijke aanranding van de eerbaarheid, zonder dat er enig lichamelijk contact is geweest tussen de verdachte en aangeefster. Het gaat om een zedenzaak waarbij de verdachte de woning van aangeefster was binnengedrongen en voor haar neus zich heeft afgetrokken.