Affectieve relatie met een minderjarige hoeft niet strafbaar te zijn

Ontucht met een minderjarige is strafbaar gesteld in de wet (o.a. art. 245 en 247 Sr). Evenwel is het niet altijd strafbaar om seks te hebben met een minderjarige. Als uitgangspunt geldt is de jurisprudentie dat het niet strafbaar is wanneer twee minderjarige met elkaar seks hebben indien

  • er sprake is van een beperkt leeftijdsverschil
  • het seksueel contact plaatsvindt binnen het kader van een affectieve relatie
  • het met instemming plaatsvindt
  • de relatie als gelijkwaardig kan worden gezien

Het komt immers heel vaak voor dat ook jongeren onderling met elkaar seks hebben, ook als iemand nog geen 16 jaar oud is. Heel soms komt het ook voor dat het leeftijdsverschil groter is. Bijvoorbeeld een volwassene die een seksuele relatie heeft gehad met een minderjarige. Ook dat hoeft niet altijd strafbaar te zijn, zo zien we in de jurisprudentie.

Vrijspraak vanwege vrijwilligheid en gelijkwaardige relatie; leeftijdsverschil is onvoldoende voor ontucht

Rechtbank Zeeland West-Brabant, 3 augustus 2023, ECLI:NL:RBZWB:2023:5630:
De vraag is of deze seksuele handelingen in strijd zijn met de sociaal-ethische norm, waardoor deze handelingen zouden kunnen worden aangemerkt als ontuchtig. Daarbij zijn de concrete omstandigheden van groot belang. Het ontuchtige karakter kan volgens de Hoge Raad namelijk aan seksuele handelingen ontbreken indien die handelingen vrijwillig plaatsvinden in het kader van een affectieve relatie en sprake is van een gering leeftijdsverschil.

De rechtbank constateert dat in onderhavige zaak geen sprake is van een gering verschil in leeftijd. Het verschil in leeftijd tussen verdachte en [slachtoffer01] bedraagt namelijk vijfeneenhalf jaar. In de betreffende levensfase is dat een aanzienlijk leeftijdsverschil. Dit enkele leeftijdsverschil is echter op zichzelf onvoldoende om de seksuele handelingen als ‘ontuchtig’ aan te merken. Uit het dossier blijkt dat sprake was van vrijwilligheid en gelijkwaardigheid in de relatie – inclusief seksuele contacten – tussen verdachte en [slachtoffer01] . Verdachte en [slachtoffer01] verklaren immers beide dat zij destijds een liefdesrelatie hadden en die nu ook nog steeds hebben. [slachtoffer01] , verdachte en hun dochtertje wonen sinds mei van dit jaar als gezin samen. Bovendien kan uit het dossier niet worden afgeleid dat [slachtoffer01] op enige manier ondergeschikt was aan verdachte. Integendeel, uit de telefonisch afgelegde verklaring van [slachtoffer01] bij de politie en de door de raadsman ter zitting overgelegde e-mail van [slachtoffer01] blijkt dat [slachtoffer01] heel standvastig is en deze strafzaak (nog steeds) niet nodig vindt. Hieruit leidt de rechtbank ook af dat [slachtoffer01] oprecht een relatie met verdachte wil en deze relatie – net als verdachte – wil voortzetten.

Voorgaande omstandigheden tezamen genomen en in onderlinge samenhang bezien brengen de rechtbank tot het oordeel dat in onderhavige zaak geen sociaal-ethische norm is geschonden, zodat aan de seksuele handelingen het ontuchtige karakter ontbreekt. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken.

Wel bewezenverklaring, maar geen straf

Rechtbank Noord-Nederland, 2 november 2023, ECLI:NL:RBNNE:2023:4460:
In deze zaak kwam de rechter wel tot een bewezenverklaring, maar legde geen straf op vanwege de relatie. De rechtbank overwoog:
De vraag die vervolgens aan de orde is, is of deze seksuele handeling als ontuchtig moet worden aangemerkt in de zin van artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr).
Blijkens de wetsgeschiedenis strekt artikel 245 Sr tot bescherming van de seksuele integriteit van personen die gelet op hun jeugdige leeftijd in het algemeen geacht moeten worden niet of onvoldoende in staat te zijn zelf die integriteit te bewaken en de draagwijdte van hun gedrag in dit opzicht te overzien.
Volgens vaste jurisprudentie kan onder omstandigheden aan seksuele handelingen met een persoon tussen de twaalf en zestien jaren het ontuchtige karakter ontbreken. Als relevante omstandigheden in dat verband kunnen gelden de vaststelling dat die handelingen vrijwillig hebben plaatsgevonden tussen personen die slechts in geringe mate in leeftijd verschillen evenals het bestaan van een affectieve relatie tussen beiden. Normale consensuele seksuele contacten tussen jongeren zijn als zodanig aan te merken en vallen derhalve buiten de strafwetgeving. De maatstaf hierbij is of de desbetreffende seksuele handeling algemeen als sociaal-ethisch is aanvaard. Bij het oordeel over het al dan niet ontuchtige karakter van bepaalde handelingen komt het in belangrijke mate neer op de weging en waardering van de omstandigheden van het geval.
De rechtbank overweegt dat in onderhavige zaak sprake is geweest van vrijwillig seksueel contact binnen een affectieve relatie. Verdachte en [slachtoffer] hebben verklaard verliefd op elkaar te zijn en [slachtoffer] heeft te kennen gegeven dat ze van mening is dat verdachte niets verkeerd heeft gedaan en dat er in strafrechtelijke zin niets met hem moet gebeuren. Hoewel er sprake is geweest van een affectieve relatie was er tegelijkertijd ook een fors leeftijdsverschil tussen verdachte en [slachtoffer] . Verdachte was bij aanvang van de ten laste gelegde periode vijfentwintig jaar oud, terwijl [slachtoffer] veertien jaar oud was. Het leeftijdsverschil tussen beiden was dus elf jaar. Reeds het grote leeftijdsverschil brengt de rechtbank tot het oordeel dat het seksuele contact tussen beiden niet als sociaal-ethisch aanvaardbaar kan worden beschouwd. Dat verdachte en [slachtoffer] zich in hun relatie altijd gelijkwaardig aan elkaar hebben gevoeld, kan zijn, maar doet niet af aan het feit dat er sprake is geweest van een groot leeftijdsverschil tussen de twee partners en gelet op de jeugdige leeftijd van [slachtoffer] kan het ook niet anders dan dat er in de ten laste gelegde periode in ieder geval sprake was van verschil in sociaal-emotionele ontwikkeling. De seksuele handelingen tussen beiden waren gelet hierop in strijd met de in onze maatschappij algemeen aanvaarde sociaal-ethische normen. Dat verdachte mogelijk achterliep in zijn sociaal-emotionele ontwikkeling en [slachtoffer] mogelijk voorliep in haar sociaal-emotionele ontwikkeling doet daaraan niet af.
De rechtbank is daarom van oordeel dat zich geen specifieke omstandigheden voordoen die met zich brengen dat de seksuele gedraging met [slachtoffer] geen ontuchtig karakter heeft. Gelet hierop is de gepleegde seksuele handeling aan te merken als ontuchtig en acht de rechtbank het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank zal met de bijzondere omstandigheden in deze zaak wel rekening houden bij de strafoplegging.
(..)
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van een ontuchtige handeling, bestaande uit het seksueel binnendringen, met [slachtoffer] die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt. Dat is ook strafbaar (en laakbaar) in het geval de minderjarige zelf het initiatief neemt tot de seksuele handelingen of daarmee instemt, zoals hier het geval was. De wetgever heeft er juist voor gekozen dit soort feiten strafbaar te stellen, omdat jongeren zich in een kwetsbare ontwikkelingsfase bevinden en zij vaak onvoldoende in staat zijn om zelf hun seksuele integriteit te bewaken en/of zelfstandig de (emotionele) gevolgen van seksueel contact in te schatten.
Daar staat in dit bijzondere geval tegenover dat de affectieve relatie tussen [slachtoffer] en verdachte nog steeds voortduurt en dat zij inmiddels grotendeels samenwonen. De rechtbank ziet om die reden geen meerwaarde in het opleggen van een straf, te minder omdat ook nog eens sprake is van een aanzienlijke overschrijding van de redelijke termijn voor berechting.
De rechtbank zal verdachte dan ook schuldig verklaren zonder oplegging van enige straf of maatregel.

< Terug naar Meer informatie ontucht minderjarige/kind
Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden