Hoge Raad: niet altijd sprake van kinderporno bij foto’s tussen jongeren

Geplaatst op: 15 april 2019

Aangenomen moet worden dat art. 240b Sr te ruim is geredigeerd, in die zin dat deze bepaling ook gevallen bestrijkt waarin volgens de wetsgeschiedenis strafrechtelijke aansprakelijkstelling achterwege kan of dient te blijven en noemt relevante factoren voor het bepalen van dergelijke gevallen. Deze gevallen zouden in de – bij de verdere behandeling van het wetsvoorstel niet weersproken – visie van de Minister nader moeten worden omschreven in de Aanwijzing kinderpornografie. Omdat de Aanwijzing Kinderpornografie echter geen omschrijving in die zin omvat, is het aan de strafrechter om – ook al is voldaan aan alle bestanddelen van art. 240b Sr – in het soort gevallen dat is genoemd in de wetsgeschiedenis, aan de hand van door de HR genoemde factoren de vraag onder ogen te zien of het gedrag van de verdachte, alle omstandigheden in aanmerking genomen, van dien aard is dat het moet worden gekwalificeerd als het in die bepaling als misdrijf tegen de zeden strafbaar gestelde feit, en ingeval die vraag ontkennend wordt beantwoord de verdachte te ontslaan van alle rechtsvervolging op de grond dat het bewezenverklaarde niet een strafbaar feit oplevert.

Lees meer >


Groot leeftijdsverschil alleen is onvoldoende voor andere feitelijkheid / misbruik uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht

Geplaatst op: 07 februari 2019

Het feit dat er een groot leeftijdsverschil bestond, is op zichzelf onvoldoende is om vast te kunnen stellen dat dit een feitelijk overwicht oplevert, laat staan dat dit overwicht door cliënt actief is ingezet om [slachtoffer] tot seksuele handelingen te dwingen of te bewegen. In dat verband wordt verwezen naar een uitspraak van de rechtbank Zwolle van 4 februari 2010 (LJN BL3209), waarin het ging om een vader die jarenlang seksuele handelingen had gepleegd bij zijn minderjarige dochter. De rechtbank kwam desalniettemin tot een vrijspraak van verkrachting:

‘Voorts staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat verdachte, door de vader/dochter-relatie en het leeftijdsverschil, feitelijk, fysiek en geestelijk overwicht had over aangeefster. Naar het oordeel van de rechtbank is uit de bewijsmiddelen echter niet gebleken van een situatie waarin verdachte, anders dan door het uitvoeren van de seksuele handelingen zelf, het overwicht actief heeft aangewend om aangeefster tot het ondergaan van de seksuele handelingen te dwingen. De rechtbank acht daarmee niet bewezen dat verdachte opzettelijk door dwingende feitelijkheden aangeefster tot het ondergaan van de seksuele handelingen heeft gebracht.’

Van hetzelfde laken een pak is HR 2 juni 2009, NJ 2009, 307. Het betrof toen een 15-jarig meisje dat gemasseerd werd door haar stiefvader, een voormalig sportmasseur. Het enkele leeftijdsverschil was onvoldoende voor het aannemen van psychische druk. Zie in dit verband ook nog HR 27 maart 2007, LJN AZ5707, NJ 2007, 288 m.nt. Reijntjes, waarin het feit dat er een feitelijk overwicht bestond door de relatie opa-kleinkind, onvoldoende was om dwang in de zin van art. 242 Sr aan te kunnen nemen. Het betrof een opa en een 12-jarig kind.”

Lees meer >


Vrijspraak nu verklaring slachtoffer niet in doorslaggevende mate wordt ondersteund door dossier

Geplaatst op: 05 februari 2019

In heel veel zedenzaken gaat het om de vraag of uiteindelijk bewezen kan worden dat het seksueel contact vrijwillig of onvrijwillig was. Het gaat veelal om de verklaring van de verdachte tegenover die van het slachtoffer. Dit  zien we ook in de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 16 juni 2016, ECLI:NL:RBNHO:2016:5044. De rechtbank stelt vast dat aangeefster en verdachte in de nacht van 6 februari 2016 seksueel contact hebben gehad. Volgens aangeefster werd zij kort nadat zij was thuisgekomen na het uitgaan wakker. Op dat moment had zij seks met een vreemde man. Zij herkende deze man als degene die zij na het uitgaan voor haar voordeur kort had gesproken, voordat zij haar woning inging. Verdachte verklaart dat aangeefster hem toen mee naar binnen heeft gevraagd en dat het seksueel contact op vrijwillige basis is gebeurd.
Beiden scenario’s zouden in principe waar kunnen zijn. Het dossier bood niet in doorslaggevende mate steun voor een van beide verklaringen. Wel had de verdachte verklaard dat hij de vagina niet had gepenetreerd, terwijl dat wel uit het DNA-bewijs bleek. Toch vond de rechtbank dat dit de verklaring van de verdachte niet zodanig ongeloofwaardig maakte dat die verklaring terzijde moet worden geschoven.

Lees meer >


Chatgesprekken waarbij over seks werd gesproken nog geen verleiding 248a Sr.

Geplaatst op: 04 februari 2019

Het hof acht de gedragingen van verdachte naar hun uiterlijke verschijningsvorm niet reeds gericht op de voltooiing van het delict als bedoeld in artikel 248a van het Wetboek van Strafrecht. Weliswaar kan uit de door verdachte gestelde vragen aan het slachtoffer worden afgeleid dat kennelijk het voornemen bestond om het slachtoffer te bewegen tot het plegen van ontuchtig handelingen of het dulden van zodanige handelingen, maar dit is naar het oordeel van het hof voor het aannemen van een begin van uitvoering van dit voornemen onvoldoende. Het enkele voeren van gesprekken via de chat (MSN) waarbij over seks wordt gesproken houdt naar het oordeel van het hof niet in feitelijke gedragingen van verdachte die naar hun uiterlijke verschijningsvormen reeds gericht zijn op de voltooiing van het misdrijf (Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, 11 maart 2013, ECLI:NL:GHSHE:2013:CA3698).

Lees meer >


Geen staat van verminderd bewustzijn, ondanks alcohol en drugs

Geplaatst op: 03 februari 2019

In de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 12 oktober 2018, ECLI:NL:RBNNE:2018:4063 ging het om een slachtoffer dat weliswaar alcohol en drugs op had maar volgens de rechtbank was het niet zo dat zij daardoor onvoldoende in staat was om haar wil te bepalen. De rechtbank acht niet bewezen dat aangeefster, die weliswaar onder invloed van alcohol en drugs verkeerde, in een zodanige staat van verminderd bewustzijn verkeerde dat zij in onvoldoende mate haar wil kon bepalen omtrent het verrichten en dulden van seksuele handelingen of dat zij geen weerstand kon bieden aan de seksuele verlangens van verdachte en de medeverdachten.

Er waren een aantal omstandigheden hierbij bepalend:

  • Onduidelijk is hoeveel alcohol er genuttigd is; geen objectief bewijs in de vorm van uitslagen van adem- of bloedonderzoek naar alcohol- en speedgebruik
  • Uit beelden en getuigenverklaringen volgt dat aangeefster uitdagend gedrag vertoonde
  • Bij sluitingstijd gaf ze duidelijk aan niet mee te willen met haar vriendin
  • Op beelden is te zien hoe aangeefster zelfstandig achter een van de verdachten aanloopt (ze was in staat om zelfstandig, doelgericht en in een rechte lijn en in normaal tempo te lopen)
  • Ander concreet, de aangifte ondersteunend bewijs voor het bestaan van een toestand van verminderd bewustzijn ontbreekt

Lees meer >


Vrijspraak bij kinderporno in tempory internet files

Geplaatst op: 28 januari 2019

Vrijspraak van het bezit van dierenpornografische afbeeldingen die zich bevonden in de temporary internet files. Naar het oordeel van het hof kan niet worden gezegd dat er sprake was van een bewuste vastlegging van het materiaal, omdat de bestanden automatisch door het systeem zijn aangemaakt. Wel is de conclusie dat de verdachte zich opzettelijk de toegang tot deze bestanden heeft verschaft via een geautomatiseerd netwerk of met gebruikmaking van een communicatiedienst (Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch, 3 september 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:4059).

Lees meer >


erkrachting door feitelijkheden: familierelatie, leeftijdsverschil, onverhoeds en gebiedend handelen

Geplaatst op: 10 januari 2019

Verkrachting kan ook op bepaalde feitelijkheden worden gebaseerd, waaruit dan de dwang kan worden afgeleid. In deze zaak ging het om een familierelatie tussen de verdachte en aangeefster, het leeftijdsverschil, het onverhoeds handelen en het gebiedend handelen (Rb Den Haag, 26 september 2019, NL:RBDHA:2018:11478).

Lees meer >


Misleiding minderjaring 248a via webcam

Geplaatst op: 10 januari 2019

Regelmatig zien dat verdachten ook zelf webcamsessies hebben met minderjarigen en daarvan opnamen maken met de computer. Dit valt sowieso onder het vervaardigen van kinderporno, maar kan ook worden aangemerkt als ontucht met een minderjarige (art. 247 Sr.) of misleiding (art. 248a Sr.). Dit zien we in de jurisprudentie terug.

Lees meer >


Kenmerken, situaties, oorzaken en gevolgen van valse aangiften door minderjarigen bij zedenfeiten

Geplaatst op: 30 november 2018

“Wat zijn de kenmerken, situaties, oorzaken en gevolgen van valse aangiften door minderjarigen bij zedenfeiten ten aanzien van de vermeende dader?”. Deze wordt beantwoord door de verschillende onderdelen van de vraag onder te brengen in verschillende hoofdstukken.

Lees meer >


Scenario Analyse Model ter beoordeling betrouwbaarheid aangiften

Geplaatst op: 30 november 2018

Als er twijfel bestaat over de geloofwaardigheid van een zedenmisdrijf worden vaak deskundigen benaderd om hierover een oordeel te geven. Meestal is dit een psycholoog of orthopedagoog die het dossier grondig bestudeert en een rapport schrijft. De gedachte hierachter is dat een deskundige een uitspraak zou kunnen doen over vraag of het misdrijf echt is gebeurd en aangeefster de waarheid heeft gesproken. Helaas is dat onmogelijk; maar een deskundige kan wel met behulp gedragswetenschappelijke kennis het dossier analyseren. In dit hoofdstuk wordt een analysemodel geïntroduceerd, bestaande uit factoren die van invloed zijn op de ontstaansgeschiedenis van onjuiste beschuldigingen. Met behulp van het model kan op chronologische volgorde worden worden nagegaan of deze factoren zich voordoen. Het analysemodel kan als leidraad fungeren voor iedereen die beroepsmatig te maken heeft met beschuldigingen in zedenzaken.

Lees meer >


Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden