Feitelijke aanranding ook zonder lichamelijke aanraking
Ook zonder dat er sprake is van lichamelijke aanraking kunnen seksuele handelingen wordt aangemerkt als feitelijke aanranding. In de jurisprudentie zien we hiervan meerdere voorbeelden.
Tonen piemel aan minderjarige
Rechtbank Overijssel, 7 februari 2014,ECLI:NL:RBOVE:2014:575
Verdachte heeft tegenover de politie verklaard dat hij, in aanwezigheid van kinderen zijn ontblote geslachtsdeel had laten zien, waarna het daar aanwezige “jongentje van 4 jaar” ([slachtoffer 1]) zijn piemel liet zien. Uit de verklaring van verdachte en die van [slachtoffer 2] blijkt, dat [slachtoffer 1] daartoe overging, nadat verdachte had gezegd dat, als hij, verdachte, z’n piemel liet zien, [slachtoffer 1] dat dan ook moest doen. Niet is gebleken dat verdachte aan de andere aanwezige minderjarigen gevraagd heeft om een (seksuele) handeling te verrichten.
De Hoge Raad heeft in twee arresten laten doorklinken dat bij het misdrijf, zoals omschreven in artikel 247 Sr, contact in de zin van lichamelijke aanraking niet vereist is voor het bewezen verklaren van ontucht. In het arrest HR NJ 73,39 liet de verdachte zich door een kind in de mond wateren. In het arrest HR NJ 98, 336 liet de verdachte een kind een seksueel getinte houding aannemen. Beide arresten hebben gemeen dat contact in de zin van lichamelijke aanraking tussen de verdachte en het kind heeft ontbroken, terwijl wel van het kind een actieve handeling werd verlangd (namelijk het plassen in de mond van de verdachte, respectievelijk het aannemen van een houding). In deze zaak was eveneens geen sprake van lichamelijk contact, maar wel van een contraprestatie: verdachte liet zijn penis zien en verlangde dat [slachtoffer 1] dat dan ook zou doen. Gelet op genoemde jurisprudentie is de rechtbank van oordeel dat onder de omstandigheden van dit geval het tonen van verdachtes ontblote geslachtsdeel als een ontuchtige handeling kan worden aangemerkt. De rechtbank verwerpt het verweer van de raadsvrouw, dat er geen sprake was van een seksueel verlangen, laat staan van een seksuele handeling. Het betreft evident een handeling met een seksueel karakter. Dat blijkt te meer uit de verklaring van verdachte, tegenover de politie afgelegd, waarin hij zegt dat hij dat “jochie wel mooi vond”, zich aangetrokken voelt tot kinderen en dat hij lang lid is geweest van de stichting Martijn.