Geen bezit kinderporno bij temporary internetfiles
Wanneer kinderporno wordt aangetroffen op een computer hoeft dat nog niet te betekenen dat bewezen kan worden dat de verdachte deze kinderporno in zijn bezit had. Dit geldt zeker ook kinderporno die wordt aangetroffen in de map ’temporary internetfiles’
Dit volgt onder meer uit een uitspraak van de Rechtbank Utrecht, 12 mei 2010,ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1466:
De rechtbank maakt uit het proces-verbaal van bevindingen van 8 juli 2009 op dat 13 kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen in de ‘temporary internetfiles’. Deze 13 afbeeldingen vallen onder hetgeen onder de eerste vier gedachtestreepjes aan verdachte is ten laste gelegd. De rechtbank overweegt dat het enkele feit dat kinderpornografisch materiaal is opgeslagen als een temporary internetfile niet als zodanig opzettelijk bezit oplevert. In de jurisprudentie is uitgemaakt dat het opzettelijke bezit van dergelijke bestanden uit nadere feiten en/of omstandigheden dient te volgen. De rechtbank neemt in onderhavig geval het volgende in overweging.
De rechtbank constateert dat de afbeeldingen in de map ‘temporary internetfiles’ van geheel andere aard zijn dan de afbeeldingen aangetroffen in de map ‘mijn documenten’. De rechtbank overweegt dat zij op grond van het verrichte onderzoek niet kan vaststellen dat verdachte bewust op zoek is geweest naar deze afbeeldingen, dat verdachte zelf een handeling heeft verricht waardoor deze afbeeldingen op zijn computer werden opgeslagen en dat niet duidelijk is op welk moment deze afbeeldingen op de computer van verdachte terecht zijn gekomen. De rechtbank kan daarom niet vaststellen dat verdachte de in de ‘temporary internetfiles’ aangetroffen afbeeldingen, (voorwaardelijk) opzettelijk en dus bewust in zijn bezit heeft gehad in de zin van artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank zal verdachte van hetgeen aan hem onder de eerste vier gedachtestreepjes ten laste wordt gelegd vrijspreken.