Gewoonte maken van kinderporno
Het een gewoonte maken van het bezit van kinderporno is een strafverzwarende omstandigheid.
Hogere straf bij gewoonte
Wanneer het maken van een gewoonte van het bezit, vervaardigen of verspreiden van kinderporno bewezen kan worden, kan de straf worden verdubbeld. Ook de maximale gevangenisstraf voor het maken van een gewoonte is dubbel zo hoog;
Artikel 240b
1. Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren (..)
2. Met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie wordt gestraft degene die van het plegen van een van de misdrijven, omschreven in het eerste lid, een beroep of een gewoonte maakt.
Gewoonte bij bezit kinderporno
Wat betreft het enkele bezit van kinderpornografisch materiaal zou je je kunnen afvragen of het überhaupt mogelijk is om daarvan een gewoonte te maken. Het bezit als zodanig vergt geen specifieke handeling die op zichzelf voor herhaling vatbaar is. Bezit is per definitie voortdurend. Het vergt vooral een nalaten om van het materiaal afstand te doen. Het aan het bezit voorafgaande verwerven van het materiaal vereist doorgaans weer wel een actief optreden, hoewel ook dat geen wet van Meden en Perzen is.
Niettemin vestigt het tweede lid van art. 240b Sr met zoveel woorden de strafbaarheid van het een (beroep of) gewoonte maken van het in het bezit hebben van bedoeld materiaal. Daarmee staat het vast dat het WEL mogelijk is om van het bezit van kinderporno een gewoonte te maken.
Wanneer gewoonte bij kinderporno?
Bij een herhaling van delicten die door een herhaling van feitelijke handelingen tot stand komt, en waarbij telkens de intentie of de neiging het desbetreffende delict te plegen tot uitdrukking wordt gebracht, kan die herhaling onder omstandigheden worden aangemerkt als ‘het maken van een gewoonte’ van het plegen van de bedoelde delicten. Wat betreft de vereiste duur van de periode waarin deze herhalingen optreden is niet zonder meer een ondergrens gegeven. Een gewoonte kan zich zelfs hebben gemanifesteerd indien de betreffende handelingen hebben plaatsgehad binnen een tijdsbestek van twee weken (vgl. HR 5 december 1989, LJN ZC8351, NJ 1990/316)
Een hoge frequentie in een korte periode kan eventueel een gewoonte opleveren, terwijl een lage frequentie in een lange periode wellicht nog niet kan worden geduid als een gewoonte. De vastgestelde omstandigheden zijn telkens doorslaggevend.
Van belang kan dus zijn:
- het aantal aangetroffen afbeeldingen
- de frequentie waarmee de verdachte zich bezighield met kinderporno
- de periode waarbinnen e.e.a. plaatshad
Volgens de A-G mr. Machielse kan een individu van het bezit van kinderpornografisch materiaal een gewoonte maken vanwege de hoeveelheid kinderpornografische afbeeldingen en de tijd die gemoeid is geweest met het aanleggen van de verzameling
(zie ook HR 7 december 2010, LJN BN821)
De A-G mr. Vellinga heeft in zijn conclusie voor NJ 2010/678 opgemerkt dat het gewoonte maken van in bezit hebben reeds zou kunnen bestaan in het bezit van verscheidene pornografische afbeeldingen of gegevensdragers met dergelijke afbeeldingen, dat de gewoonte ook kan voortvloeien uit de duur van het bezit of de wijze waarop men het bezit verworven heeft, bijvoorbeeld doordat de afbeeldingen stukje bij beetje zijn verzameld, en er dus successievelijk nieuwe afbeeldingen zijn verkregen.