Inhoud informatief gesprek zedenzaak
Tijdens het informatieve gesprek wordt door de politie allereerst bekeken of en in hoeverre er sprake is van een strafbaar feit. Verder wordt het verhaal van aangeefster aangehoord en op basis daarvan wordt er een inschatting gemaakt voor wat betreft de betrouwbaarheid.
Redenen informatief gesprek
Gezien de complexiteit van zedenzaken wordt altijd een informatief gesprek gevoerd, tenzij dit vanwege een acute situatie niet mogelijk is. Het informatieve gesprek wordt door twee opsporingsambtenaren (minimaal niveau 4) gevoerd waarvan minimaal één bevoegd zedenrechercheur. Zorgvuldigheid, controleerbaarheid en neutraliteit zijn geboden. Het gesprek wordt auditief geregistreerd en in een proces-verbaal vastgelegd. Voor de auditieve of audiovisuele registratie ervan en de weergave van de verklaring in het proces-verbaal wordt verwezen naar de Aanwijzing auditieve en audiovisuele registratie van verhoren van aangevers, getuigen en verdachten. Tijdens het informatieve gesprek dienen de onderwerpen genoemd in bijlage 2 aan de orde te komen.
Indien de melder een vertrouwenspersoon bij het informatief gesprek wenst wordt vooraf onderzocht welke rol (getuige, aanjager van de zaak, beïnvloeder etc.) deze persoon heeft gespeeld. Bij het algemene deel van het informatief gesprek kan een vertrouwenspersoon aanwezig zijn. Bij het inhoudelijke deel van het informatief gesprek is de vertrouwenspersoon niet aanwezig om redenen van neutraliteit en objectiviteit. In uitzonderlijke gevallen kan na toestemming van de officier van justitie een vertrouwenspersoon aanwezig zijn bij het inhoudelijke deel van het informatieve gesprek.
Duidelijk wordt gemaakt dat het informatief het startsein kan zijn voor opsporing en vervolging. Voorts dient er voldoende zicht te zijn op de eventuele strafbaarheid en vervolgbaarheid (kansen voor opsporing en vervolging) en de hulpbehoefte. De melder wordt tevens geïnformeerd omtrent de eerste mogelijkheden tot een civielrechtelijke aanpak en maatschappelijke hulpverleningsaspecten, al dan niet in combinatie met een strafrechtelijke aanpak. Een adequate verwijzing naar deskundige instanties maakt deel uit van het informatieproces richting melder.
Na het informatieve gesprek krijgt betrokkene in principe bedenktijd over het wel/niet doen van aangifte. Wanneer er geen aangifte volgt is er altijd contact tussen betrokkene en politie omtrent de reden hiervan. De uitkomst van dit gesprek wordt vastgelegd in het politieregistratiesysteem. De aangifte kan direct volgen op het informatieve gesprek. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld acuut misbruik of heterdaadsituaties. Deze redenen worden in het proces-verbaal vermeld. (Zie bijlagen 1 en 2).
Als de betrokkene aangeeft geen aangifte te willen doen, maar er wel sprake is van een strafbaar feit, dan wordt zoveel mogelijk bewijs verzameld ten behoeve van een eventuele ambtshalve vervolging indien de geestelijke en/of lichamelijke integriteit van betrokkene ernstig is/wordt bedreigd dan wel betrokkene zich evident in een afhankelijkheidspositie bevindt. Hetzelfde geldt wanneer het maatschappelijk belang dit vereist. In het informatieve gesprek wordt aan betrokkene of diens wettelijke vertegenwoordiger(s) duidelijk gemeld dat de mogelijkheid bestaat dat tot ambtshalve vervolging wordt overgegaan.
VERLOOP INFORMATIE GESPREK
Aanvang
Melden dat het infogesprek wordt opgenomen.
Uitleg waarom een informatief gesprek wordt gevoerd.
Geen vertrouwenspersoon bij het inhoudelijke gedeelte van het informatieve gesprek.
Feiten/omstandigheden
Wat is er (globaal) gebeurd.
Hoe is dat bekend geworden (ontstaansgeschiedenis).
Waar is het gebeurd.
Wanneer is het gebeurd.
Wie is/zijn benadeelde(n)
Wie is/zijn verdachten.
Is de verdachte op de hoogte van de melding aan de politie.
Is er sprake van een afhankelijkheidsrelatie.
Zijn er (oog)getuigen van het gebeurde.
Is er letsel.
Zijn er sporen.
Geeft men toestemming voor medisch onderzoek.
Is een arts/therapeut/hulpverlener ingeschakeld.
Is er toestemming voor inzage in medische dossiers.
Is een dagboek bijgehouden. Staat er informatie op digitale gegevensdragers (GSM, soft- en hardware)
Zijn er foto/video-opnamen gemaakt.
Is er met anderen over gesproken.
Heeft de melder zich georiënteerd op het onderwerp. Op welke wijze.
Wat is het motief voor een eventuele aangifte.
De aangifte en vervolging
Verwachtingen van een politieonderzoek bij de aangever.
Uitleg over doel/status van een aangifte.
Geen vertrouwenspersoon bij aangifte. Aangifte kan niet geweigerd worden als met vertrouwenspersoon bij de aangifte wil hebben. Uitleg van de consequenties hiervan.
Uitleg over de procedure; juridische uitleg over verjaring, bewijzen, hoger beroep e.d.
Wijzen op mogelijk kritische vragen en uitleg.
Opname van de aangifte op geluidsband; redenen van de opname vermelden.
De mogelijkheid van verscheidene verhoren.
Kans op vervolging.
RC-verhoor.
Openbaarheid van de zitting.
Mogelijkheid medisch onderzoek.
Consequenties van een valse aangifte
Uitleg over eventuele ambtshalve vervolging.
Overige
Is de opvang van benadeelde geregeld.
Wijzen op de mogelijkheid dat benadeelde moet worden gehoord en op de consequenties die dat voor een kind kan hebben.
Studioverhoor van een kind tussen de 4 en 12 jaar.
Mogelijkheid dat (andere) getuigen worden gehoord.
Aangeven van alternatieven (hulpverlening, civiele procedure).
Aanbod bedenktijd.
Afspraken maken over het vervolg na het informatieve gesprek