Innerlijke tegenstrijdigheid verklaringen van getuigen
Wanneer er innerlijke tegenstrijdigheden voorkomen in verklaringen van getuigen, kan het zijn dat de rechter de verklaringen als onbetrouwbaar aanmerkt en op die grond niet bruikbaar acht voor het bewijs.
In de jurisprudentie zien we enkele voorbeelden van innerlijke tegenstrijdigheden:
Getuige wijzigt verklaring steeds op essentieel onderdeel
Rechtbank Rotterdam, 10 november 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:8162
De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van de getuige 1 geen steunbewijs opleveren van de tenlastegelegde verkrachting, omdat deze verklaringen op essentiële onderdelen over de verkrachting in de kern niet consistent zijn en tegenstrijdigheden bevatten over de vraag of er sprake is geweest van binnendringen in het lichaam van de aangeefster 1.
De getuige 1 heeft op 19 januari 2014 tegenover de politie verklaard dat de verdachte tegen haar heeft gezegd: “Ja ik heb haar gekust en meer niet”. Op 30 januari 2014 heeft getuige 1 verklaard dat de verdachte tegen haar heeft gezegd: “Ik heb alles gedaan”. De getuige 1 heeft verklaard dat ze wist dat hij bedoelde dat hij de aangeefster had gezoend en dat hij aan haar borsten had gezeten. Ze heeft verklaard dat ze niet wist of de verdachte bij de aangeefster 1 binnen was gedrongen. Bij haar politieverhoor van 10 februari 2014 heeft de getuige 1 daarentegen verklaard dat de verdachte tegen haar heeft gezegd: “Ja ik heb alles gedaan, ik heb haar betast. Ik heb haar van achteren gedaan. Ik heb niets aan de voorkant gedaan”.
De rechtbank acht, gelet op de bovenstaande inconsistenties, de verklaringen van de getuige 1 onvoldoende betrouwbaar om als bewijs te dienen voor de tenlastegelegde verkrachting.