Kleinkind valt niet onder strafbaarstelling misbruik kinderen ex artikel 249 Sr.
Het plegen van ontucht door een opa met een kleinkind valt niet onder de strafbaarstelling van artikel 249 Sr, zo volgt uit een uitspraak van de Rechtbank Gelderland, van 20 februari 2015,ECLI:NL:RBGEL:2015:1093. In de uitspraak spraak de rechtbank een nu 79-jarige man vrij van ontucht met zijn drie kleindochters. Voor het misbruik van twee kleindochters was onvoldoende steunbewijs. Met betrekking tot de derde kleindochter had de verdachte een gedeeltelijk bekennende verklaring afgelegd, maar ontucht met een kleinkind is niet strafbaar gesteld in artikel 249 Sr. Door een fout van het Openbaar Ministerie moest de rechtbank de verdachte wel vrijspreken.
De rechtbank overweegt dat een kleinkind niet valt onder de opsomming van “kind, stiefkind of pleegkind” als genoemd in artikel 249 Sr. De vraag is dan of [slachtoffer 1], zoals ten laste gelegd, aan de zorg of waakzaamheid van verdachte was toevertrouwd in de zin van voornoemd wetsartikel, toen verdachte (met zijn vrouw) bij de ouders van [slachtoffer 1] en hun gezin in Oene logeerde. De rechtbank beantwoordt die vraag ontkennend. De ouders van [slachtoffer 1] waren dat weekeinde thuis, verdachte was daar vanwege de verjaardag van een van de kleinkinderen en bleef daar vanwege de reisafstand logeren. Onder die omstandigheden kan niet worden aangenomen dat sprake is van het toevertrouwen van [slachtoffer 1] aan de zorg of waakzaamheid van verdachte in de zin van voormeld wetsartikel.
Verdachte is uitsluitend overtreding van artikel 249 Sr ten laste gelegd. Hem is niet (tevens) overtreding van een andere wettelijke bepaling (zoals artikel 247 Sr: met iemand beneden de leeftijd van 16 jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen). Nu het hier essentiële bestanddeel van artikel 249 Sr (“aan zorg of waakzaamheid toevertrouwde”) niet kan worden bewezen, dient vrijspraak te volgen. Een uitkomst die schrijnend is, vooral omdat verdachte bekend heeft in het weekeinde van begin december 2011 ontuchtige handelingen te hebben verricht bij een van zijn kleindochters. De rechtbank is echter gebonden aan de tekst van de tenlastelegging die in deze zaak alleen is gebaseerd op artikel 249 Sr. De rechtbank kan verdachte dus niet veroordelen voor een ander feit dan hem ten laste is gelegd.