Ontucht via de webcam

De Hoge Raad heeft bij arrest van 30 november 2004 (LJN AQ0950) geoordeeld dat van ontucht onder omstandigheden ook sprake kan zijn, wanneer er geen lichamelijke aanraking tussen de verdachte en de minderjarige heeft plaatsgevonden. Een rol daarbij speelt of er relevante interactie is geweest tussen verdachte en die minderjarige. Dit oordeel heeft de Hoge Raad bevestigd bij arrest van 22 maart 2011 (LJN BP1379). De bewijsmiddelen moeten dan dus wel blijk geven van relevante interactie tussen de verdachte en de minderjarige. De vraag doet zich voor welke eisen worden gesteld aan die relevante interactie.

Naar het oordeel van de rechtbank doet laatstbedoelde situatie zich voor bij het contact tussen verdachte en [slachtoffer 1]. Bij de ontuchtige handelingen, waarbij verdachte niet lijfelijk aanwezig was, maar die plaatsvonden voor de webcam, heeft er volop interactie plaats gevonden tussen verdachte en [slachtoffer 1], waarbij verdachte de strikte regie over de uit te voeren ontuchtige handelingen had. Verdachte gaf [slachtoffer 1] opdrachten als “pak een tandenborstel of iets dikkers” en ,,maak de tandenborstel nat en je kontgaatje ff helemaal erin”. [slachtoffer 1] voldeed aan deze opdrachten en vervolgens vonden de in de tenlastelegging genoemde handelingen plaats. De rechtbank acht het onder feit 2 primair ten laste gelegde dan ook wettig en overtuigend bewezen, met uitzondering van het meermalen plegen daarvan, nu zij niet heeft kunnen vaststellen dat deze feiten in de ten laste gelegde periode meermalen hebben plaats gevonden.


In het verlengde hiervan is relevant een uitspraak van de rechtbank uit 2014 (ECLI:NL:RBNNE:2014:3199) waaruit volgt dat ‘ook via de webcam [..] ontucht [kan] worden gepleegd met een ander persoon. Dat er geen lijfelijk contact is doet hieraan niet af, mits er sprake is van relevante interactie tussen de personen die zich aan weerskanten van de internetverbinding bevinden. Van een dergelijke interactie zou geen sprake zijn indien verdachte zich had beperkt tot het (mee)kijken naar seksuele handelingen die de meisjes bij zichzelf verrichtten. Echter de rechtbank is van oordeel dat verdachtes rol (veel) verder ging. Hij was juist degene die het initiatief nam en die de meisjes aanzette tot het verrichten van seksuele handelingen en daartoe (soms vergaande en gedetailleerde) instructies gaf.
Hieruit valt op te maken dat de relevante interactie, waarvan sprake dient te zijn indien de ontuchtige handelingen plaatsvinden zonder dat sprake is van lichamelijke aanraking, kan worden opgemaakt uit het feit dat verdachte het initiatief tot het (webcam)contact heeft genomen, het slachtoffer heeft aangezet tot het verrichten van sekuele handelingen en daartoe instructies geeft. In de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 29-11-2011 (ECLI:NL:RBHAA:2011:BV0020) spreekt men in het kader van ‘aanzetten’ over ‘het slachtoffer bewegen tot’ het plegen van ontuchtige handelingen, waarbij (in het kader van de instructies) verdachte de strikte regie over de uit te voeren ontuchtige handelingen had. Deze strikte regie bestond in deze uit het geven van concrete opdrachten als; ‘pak een tandenborstel of iets dikkers’ en ‘maak de tandenborstel nat en je kontgaatje ff helemaal erin’. Het slachtoffer voldeed vervolgens aan deze opdrachten.

< Terug naar Meer informatie ontucht met misbruik van gezag/vertrouwen
< Terug naar Meer informatie seksueel misbruik
Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden