Recidiverisico bij zedendelicten
Over het recidiverisico van zedendelinquenten wordt niet adequaat gecommuniceerd in het strafproces. Dit komt doordat er te weinig gedeelde kennis is, blijkt uit het rapport ‘Gewogen risico’ van de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen. Gedragsdeskundigen, reclasseringswerkers, officieren van justitie en rechters kennen bijvoorbeeld aan de term ‘gemiddeld risico’ een andere kans op recidive toe. Daardoor bestaat de kans dat zedendelinquenten onder- of overbehandeld worden.
Conclusies rapport recidiverisico bij zedendelicten
In §3.2 passeerden verschillende methoden voor communicatie over risico de revue. Zoals uit de analyse duidelijk zal zijn geworden zijn aan elke methode duidelijke voor- en nadelen verbonden. Daarom is het het beste meerdere methodes te combineren, zodat eventuele biases en misinterpretaties gecompenseerd worden. In eerder onderzoek hebben rechters aangegeven dat een dergelijke combinatie van methoden helpt bij het maken van een correcte inschatting. Zij geven zelf een voorkeur aan de eerste twee methoden (categorische en probabilistische risico-inschatting).27 Uit Hoofdstuk 2 blijkt echter tot welke misinterpretaties de categorische methode kan leiden. §3.3 behandelde factoren die meer bij de partijen in het communicatieproces liggen. De belangrijkste conclusie hieruit is dat rechters en officieren voldoende in staat moeten zijn de informatie die hen aangereikt wordt over recidiverisico op waarde te schatten. Experts moeten informatie allereerst op zo’n manier overbrengen dat hij ook begrijpelijk is voor wie niet deskundig is. Dit hoeft niet per se te gebeuren door gebruik van de categorische methode, maar kan bijvoorbeeld ook door het gebruik van visuele illustraties naast numerieke informatie. Tegelijk moeten magistraten in staat zijn de aangereikte informatie te begrijpen. Het is hiertoe raadzaam in de opleiding van rechters en officieren enige kennis van kansrekening op te nemen, genoeg om informatie over risico’s te kunnen plaatsen. §3.4 presenteerde een recent internationaal onderzoek waarin vijf categorieën zedendelinquenten op basis van recidiverisico gedefinieerd worden. Dit onderzoek is een aanzet tot het ontwikkelen van een gemeenschappelijke taal voor het spreken over recidiverisico van zedendelinquenten en de daaruit voortvloeiende interventies. De vijf gepresenteerde categorieën gaan ook gebruikt worden in de nieuwe Nederlandse versie van de Static-99R die later dit jaar uitkomt.28 Wat in ieder geval opvalt is dat in de Nederlandse juridische context weinig onderzoek is naar het hier beschreven communicatieproces, zodat eventuele verbeterpunten niet aan het licht komen. Uit het onderzoek in dit rapport blijkt dat de verschillende partners in het strafproces risicoboodschappen zoals doorgaans in rapportages staan verschillend kunnen interpreteren. Dit heeft een vertroebeling van de communicatie tot gevolg, zonder dat de deelnemers zich daar bewust van zijn. De literatuur zoals hierboven besproken geeft aan naar welke factoren in dit communicatieproces gekeken kan worden om misverstanden te verminderen. Hoofdstuk 4 presenteert dan ook de aanbevelingen die uit de problemen gesignaleerd in Hoofdstuk 2 en de oplossingsrichtingen gepresenteerd in dit hoofdstuk voortvloeien
Twee delen recidiverisico
Het rapport ‘Gewogen risico’ bestaat uit twee delen. Deel 1 gaat over de communicatie over recidiverisico van zedendelinquenten. In deel 2 wordt ingegaan op de vraag of informatie over risico op de juiste manier wordt vastgesteld en of de rechter de juiste beslissing over behandeling neemt op basis van die informatie. Deel 2 verschijnt ook in de eerste helft van 2017.
< Terug naar Meer informatie kinderporno< Terug naar Meer informatie seksueel misbruik