Straffen seksueel misbruik van minderjarigen
Het OM hanteert straffen voor seksueel misbruik van minderjarigen, los van het specifieke delict dat op de tenlastelegging staat. De strafvorderingsrichtlijn van het OM kan worden toegepast op alle gevallen van seksueel misbruik van minderjarige slachtoffers door meerderjarige verdachten, ongeacht welke van de volgende wetsartikelen ten laste is gelegd: art. 242, 243, 244, 245, 246, 247, 248, 248a, 248d, 248e, 249 en 250 Sr.
Straffen obv ernst seksueel misbruik
Bij het bepalen van het uitgangspunt voor de straffen staat de feitelijke ontuchtige gedraging centraal, onderverdeeld in vier categorieën op basis van de ernst van het seksueel misbruik van de minderjarige. De ernstcategorieën beslaan zowel handelingen die de verdachte bij het slachtoffer heeft uitgevoerd als handelingen die de verdachte door het slachtoffer heeft laten uitvoeren bij zich (de verdachte) zelf, bij het slachtoffer zelf of bij of door een ander. De genoemde strafbandbreedtes per basisdelict gaan uit van éénmalig plegen door één meerderjarige verdachte, zonder dat er sprake is van (relevante) recidive. Naarmate er sprake is van meer strafmaatbeïnvloedende factoren, zullen de straffen richting de grens van de bandbreedte verschuiven. Bij uitzonderlijke omstandigheden kunnen de straffen voor seksueel misbruik van minderjarigen buiten de bandbreedte treden.
Hieronder wordt per categorie de strafbandbreedte aangegeven voor straffen bij seksueel misbruik van kinderen en toegelicht welke ontuchtige handelingen eronder worden begrepen.
Categorie 1: seksueel corrumperen, verleiden minderjarige, geen betasting > 2 weken tot 6 maanden gevangenisstraf
|
Categorie 2: betasten, muv naakte geslachtsdelen > 3 - 12 maanden gevangenisstraf |
Categorie 3: seksueel binnendringen, niet met geslachtsdeel > 12 - 36 maanden gevangenisstraf |
Categorie 4: seksueel binnendringen > 15 - 48 maanden gevangenisstraf |
Relevante factoren voor straffen seksueel misbruik minderjarigen
Bij het bepalen van de precieze hoogte van de straffen bij seksueel misbruik van minderjarigen zijn de volgende factoren van belang.
Factoren met betrekking tot de ernst van het feit
- Frequentie en/of periode van het misbruik (bij herhaaldelijk misbruik)
- In vereniging (zie ook art. 248 lid 1 Sr)
- Verregaande handelingen (waaronder begrepen: gebruik van hulpmiddelen/ SM-of bondageachtige handelingen/ ontuchtige handelingen met dieren)
- Ondanks signalen van slachtoffer of anderen toch door gegaan (met het plegen van ontuchtige handelingen)
- Van kwaad tot erger
- Excessieve gevolgen (waaronder begrepen: zwaar lichamelijk letsel, levensgevaar voor een ander, de dood, besmetting) (zie ook art 248 lid 7 en 248 lid 8 Sr)
Factoren met betrekking tot (de kwetsbaarheid van) het slachtoffer
- Afhankelijkheids- of vertrouwensrelatie (waaronder begrepen: hoedanigheid verdachte/ vertrouwens-, gezags- of afhankelijkheidsrelatie tussen slachtoffer en verdachte / slachtoffer is aan zorg van verdachte of instelling toevertrouwd) (zie ook art. 248 lid 2, 3 en 4 Sr)
- Situatie of locatie (waaronder begrepen situatie of locatie waar slachtoffer bij uitstek veilig behoort te zijn/ Situatie of locatie waar slachtoffer aan verdachte is overgeleverd) (zie ook art. 248 lid 2, 3 en 4 Sr)
- Leeftijd van het slachtoffer (tot 12 jaar) OF mate van consensualiteit (vanaf 12 jaar), zie toelichting
- Bijzondere kwetsbaarheid slachtoffer (zie ook art 248 lid 3 en 4)
Mate van bewuste en/of planmatige werkwijze van verdachte rondom het feit
- Totstandkoming & instandhouding van de misbruiksituatie (ten opzichte van de buitenwereld, niet zijnde slachtoffer zelf) (zie ook art. 248 lid 5 en 6 Sr)
- Totstandkoming & instandhouding van het seksueel misbruik (m.b.t. het slachtoffer) (zie ook art. 248 lid 5 en 6 Sr)
- Geheimhouding afgedwongen (bij slachtoffer)
- Jeugdigheid verdachte (in verband met verdachtes eigen onvoltooide seksuele ontwikkeling)
Leeftijd bij bepalen straffen seksueel misbruik minderjarige
Uit de jurisprudentie komt naar voren dat er verschillende argumenten schuil (kunnen) gaan achter het meewegen in de strafmaat van de leeftijd van het slachtoffer of het leeftijdsverschil tussen slachtoffer en verdachte. Ten eerste is er het verwijt van het machtsverschil tussen de meerderjarige verdachte en het minderjarige slachtoffer. De kalenderleeftijd van het slachtoffer wordt hierbij vaak gebruikt om de mate van weerbaarheid of weerloosheid aan te duiden.
Ten tweede is er het verwijt dat de seksuele ontwikkeling van het slachtoffer is doorkruist door de ontuchtige handelingen. Hoewel de kalenderleeftijd een sterke indicator is voor de seksuele ontwikkelingsfase van het slachtoffer, kunnen er in de praktijk contra-indicaties zijn.
Voor beide verwijten is relevant of de handelingen consensueel plaatsvonden. De scheidslijn tussen vrijwillig en onvrijwillig seksueel contact tussen een meerderjarige en een minderjarige is niet duidelijk aan te duiden. Met de wetgever is het OM in ieder geval van oordeel dat er bij een slachtoffer jonger dan twaalf jaar per definitie geen sprake kan zijn van consensueel seksueel contact.
In concreto betekent dit dat bij een slachtoffer onder de twaalf jaar de leeftijd van het slachtoffer meeweegt in de strafmaat, waarbij in de regel geldt: hoe jonger het slachtoffer, hoe hoger de straf bij seksueel misbruik.
Vanaf twaalf jaar zal dit per geval dienen te worden beoordeeld. Daarbij geldt dat er bij seksueel contact tussen een meerderjarige en een minderjarige van uitgegaan wordt dat dit de seksuele ontwikkeling van de minderjarige doorkruist. Een contra-indicatie kan zijn dat er sprake was van volledige consensualiteit en gelijkwaardigheid. Daarvan zal niet snel sprake zijn, bijvoorbeeld omdat sprake is van een groot leeftijdsverschil tussen slachtoffer en verdachte. Ook bij een oudere broer (of zus) of een vader of oom als verdachte mag consensualiteit geen rol spelen. Daarnaast dient bijzondere aandacht te zijn voor de extra kwetsbare slachtoffers, zoals zwakbegaafden en minderjarigen die functioneren op een leeftijd jonger dan hun kalenderleeftijd.
Ten overvloede wordt benadrukt dat consensualiteit in beginsel niet afdoet aan de strafbaarheid van seksueel contact tussen een meerderjarige en een minderjarige. Wel kan het aanleiding geven om er in strafmatigende zin rekening mee te houden in de strafeis. Slechts in bijzondere gevallen, waarin de verdachte ongeveer even oud is als het slachtoffer en er sprake is van volledige gelijkwaardigheid tussen dader en slachtoffer, kan volledige consensualiteit invloed hebben op het ontuchtkarakter.