Strafverlagende factoren zedenzaken
In zedenzaken is het aan de advocaat om goed verweer te voeren om in ieder geval een gevangenisstraf te voorkomen. De advocaat zal in ieder geval een strafmaatverweer moeten voeren, desnoods subsidiair, voor zover hij primair vrijspraak bepleit. In dat verband moet de advocaat strafmaatverlagende factoren aanvoeren. Wij geven een overzicht van enkele factoren die de advocaat kan aanvoeren:
Spijt
Spijt en berouw kunnen positief van invloed zijn op de straf. Wanneer het de rechter duidelijk is dat de verdachte oprecht spijt heeft van zijn gedragingen, zal de rechter daar zeker rekening mee houden en om die reden een lagere straf opleggen. Belangrijk is wel dat de verdachte blijk geeft oprecht spijt te hebben van wat hij naar de ander gedaan heeft, en niet dat hij spijt heeft omdat hij nu straf krijgt.
Voorts kan enkel een bekennende verdachte spijt hebben. Als u dus ontkent, gaat dit verweer niet op!
Bekentenis
Wanneer de verdachte van meet af aan een bekennende verklaring heeft afgeled bij de politie wordt hier in zijn voordeel rekening mee gehouden bij het bepalen van de straf. Dit betekent natuurlijk niet dat alle verdachten maar direct moeten bekennen bij de politie. Bespreek dit eerst even met uw advocaat. In sommige gevallen is het verstandiger om een beroep te doen op het zwijgrecht.
Hulpverlening
Het is belangrijk wanneer de verdachte zelfstandig psychologische hulp of andere begeleiding of hulpverlening heeft gezocht en gekregen. Met name wanneer tijdens de zitting een verklaring van de behandelaar of begeleider kan worden overgelegd waaruit volgt dat u goed hebt meegewerkt aan de behandeling en dat het nu allemaal goed met u gaat, zal zeker positief van invloed zijn op de straf.
Belangrijke hulpverlenende instanties bij zedendelicten zijn:
Slechts poging
Wanneer het slechts beperkt is gebleven tot een poging (bijv. bij een chatgesprek een slachtoffer zover te krijgen dat ze naaktfoto's stuurt) waarbij uiteindelijk geen ernstige schending van de lichamelijke integriteit van het slachtoffer heeft plaatsgevonden, kan dit ten voordele van de verdachte worden meegenomen bij de strafmaat.
Geen strafblad
Wanneer de verdachte voor het eerst in aanraking komt met politie en justitie wordt dat ook wel een first offender genoemd. Rechters plegen met die omstandigheid, zeker bij minder ernstige delicten, in grote mate rekening te houden, waardoor uiteindelijk een lagere straf wordt opgelegd
Leeftijd verdachte
Wanneer een verdachte zelf ook nog jong was toen hij het feit pleegde, kan de rechter ook daarmee rekening houden in de strafmaat. Jongere verdachten zijn minder ervaren, zijn nog vaak in de ontdekkingsfase en moeten nog van alles leren.