Vrijspraak voor verkrachting ex-vriendin
Vrijspraak vanwege verkrachting van de ex-vriendin. Dat is de uitkomst van de zaak die diende bij de rechtbank Noord-Nederland, 13 april 2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:1407. Aangeefster had verklaard dat zij was gedwongen om haar ex-vriend te pijpen. De man ontkende echter en gaf aan dat zij misschien wel emotioneel was geweest naderhand, maar dat dat was omdat hij de relatie kort daarvoor had verbroken. De rechtbank had niet de overtuiging en sprak de verdachte vrij.
De rechtbank overwoog het volgende:
” De rechtbank stelt vast dat de aangifte niet voldoende door andere bewijsmiddelen wordt ondersteund.
Verdachte heeft de verkrachting ontkend. Hij heeft verklaard dat aangeefster en hij de avond van 9 mei 2016 met beider instemming seks met elkaar hebben gehad. Hierdoor is het bij aangeefster aangetroffen van verdachte afkomstige spermaspoor, zoals dat uit het forensisch onderzoek is gebleken, niet aan te merken als een redengevend bewijsmiddel.
De aanwezigheid van verdachte in de woning van aangeefster in de vroege ochtend van 10 mei kan, anders dan de officier van justitie stelt, evenmin als (steun)bewijs dienen voor de verkrachting, nu verdachte heeft verklaard dat hij, zoals hij vaker deed, daar die ochtend was om de hond uit te laten.
De getuige [naam] heeft verklaard dat toen zij aangeefster om 9.00 uur in de ochtend telefonisch heeft gesproken aangeefster in paniek was; dat ze geen adem kon halen tussen het huilen door. Verder heeft zij verklaard dat ze aangeefster later die ochtend heeft ontmoet in Groningen en dat aangeefster toen meteen begon te huilen en met horten en stoten vertelde dat ze verkracht was door verdachte. Door het tijdsverloop en omdat de emotie ook een andere oorzaak kan hebben, zoals het die ochtend willen verbreken van de relatie zoals verdachte heeft verklaard, kan deze door de getuige waargenomen emotie niet als steunbewijs dienen.”
< Terug naar Meer informatie verkrachting